Vanaf 1 juli 2014 moeten ook nieuwe utiliteitsgebouwen beschikken over een energielabel. Daartoe moet bij de oplevering worden getoetst of de energiebesparende maatregelen, zoals die staan in de EPC-berekening, daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal deze verplichting per januari 2014 publiceren en opnemen in de wet.
“Wat per 1 juli 2014 verandert, is dat bij de oplevering een controle plaatsvindt of de energiebesparende maatregelen uit de EPC-berekening, ook in de praktijk zijn waargemaakt. Bijvoorbeeld of het gebruikte isolatiemateriaal inderdaad de opgegeven dikte heeft en of de juiste warmteopwekker is geplaatst. Op basis van die werkelijk uitgevoerde maatregelen wordt het energielabel verstrekt”, volgens Kees Arkesteijn, projectcoördinator bij ISSO.
Voor bestaande utiliteitsgebouwen verandert er niets; nu al is het voor deze gebouwen verplicht om bij mutatie (bijvoorbeeld verkoop) een energielabel te hebben. Een gecertificeerde partij moet in deze gevallen de gebouwen ter plekke 'opnemen', op basis waarvan vervolgens een energielabel wordt opgesteld.
Voor gebouwen jonger dan tien jaar geldt op dit moment dat de EPC-berekening – die aangeeft wat de verwachte energieprestatie van het gebouw is – gelijkwaardig is aan het hebben van een energielabel. Er hoeft nu niet ter plekke gecontroleerd te worden of de energiebesparende maatregelen daadwerkelijk zijn uitgevoerd.
Partijen die energielabels afgeven, moeten zijn gecertificeerd conform BRL 9500-06. De personen die de werkzaamheden uitvoeren, zijn verplicht een bewijs van vakbekwaamheid te hebben. Vanaf maart 2014 neemt CITO dit examen voor vakbekwaamheid af.
Reacties