Log in
inloggen bij Energie+
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Columns

Voor niets gaat de zon op bij postcoderoos

De postcoderoosregeling is in 2014 ingevoerd. Het is een uitkomst van het in 2013 gesloten Energieakkoord. Eind 2017 presenteerde Hier opgewekt de Lokale Energie Monitor. Daaruit bleek dat er op dat moment op basis van de postcoderoosregeling 112 projecten gerealiseerd waren met een totaal vermogen van 9 MW, ofwel 80,3 kWp per project.

Eind 2017 is er ook een marktconsultatie gehouden onder verschillende marktpartijen om te onderzoeken waar de schoen wringt in de huidige regeling. Wat moet er aan de regeling worden verbeterd om in 2020 tussen de 700 en 1700 projecten gerealiseerd te hebben. Greencrowd heeft aan deze marktconsultatie mee mogen werken. Onze belangrijkste knelpunten waren:

  • het feit dat niet iedere energieleverancier de postcoderoosregeling faciliteert. Op dat moment waren dat o.a. Nuon, Essent, Oxxio en Vandebron;
  • het feit dat het belastingvoordeel vervalt op het moment dat een deelnemer verhuist naar een locatie buiten ‘zijn postcoderoos’;
  • de vereiste van de belastingdienst om een Recht van Opstal te laten vestigen (voor 2017 was dit geen vereiste en werden er gewoon aanwijzingen afgegeven door de belastingdienst op basis van alleen een dakhuurovereenkomst).

De marktconsultatie heeft tot enkele goede aanbevelingen geleid. Helaas hebben deze nog geen effect gesorteerd. De aanbevelingen zijn: salderen niet aan te passen voor 2023; de verhuisvoorwaarden aan te passen c.q. te laten vallen; de verplichting tot het vestigen van een Recht van Opstal te laten vervallen; de postcoderoos te verruimen naar drie in plaats van vier cijfers en een nationaal investeringsfonds op te richten. Los van het feit dat een aantal van de aanbevelingen zeker een positieve bijdrage zal leveren, ben ik er de afgelopen weken achter gekomen dat we een belangrijk knelpunt over het hoofd hebben gezien; namelijk de verwachtingen van de dakeigenaren.

Afgelopen week hebben wij drie keer nul op rekest gekregen van dakeigenaren die in eerste instantie hun dak hadden aangeboden. De eerste afwijzing betrof een handelaar in vastgoed. Een huurovereenkomst die hij ieder gewenst moment op kon zeggen zonder afkoop of boete, vond ie prima maar een Recht van Opstal laten vestigen belemmerde zijn handelswaar dus dat feest ging niet door. De tweede afwijzing betrof een VvE van vijf bedrijven in een nieuwbouwpand. Dak sterk genoeg, ruimte voor 400 zonnepanelen. Zelf wilden ze niet investeren in zonnepanelen, maar hun dak beschikbaar stellen tegen een vergoeding zou zeker interessant zijn. In samenwerking met een landelijke coöperatie konden we hen een vergoeding bieden van drie euro per paneel per jaar of veertig panelen om als VvE mee te doen met de postcoderoosregeling. Het laatste vonden ze maar lastig, het eerste kwam omgerekend op nog geen driehonderd euro per VvE-lid per jaar. Ook dit postcoderoosfeestje gaat dus niet door.

De derde, naar verwachting eveneens, afwijzing komt ook van een VvE maar dan met 55 appartementen. Ideaal dak, ruimte voor zo’n 550 panelen. Het pand beschikt over vijf aansluitingen van 3 x 80 Ampère waarvan er twee niet worden gebruikt. Zelf verbruiken ze zo’n 30.000 kWh per jaar, dus een ideale partij om zaken mee te doen. Omgerekend naar lid van de VvE komt de vergoeding op zo’n dertig euro per lid per jaar, maar: ‘We hebben dan wel heel veel gedoe voor weinig geld hè….’.

Gelukkig zijn er ook partijen die hun dak gewoon wel ter beschikking willen stellen om hiermee de omgeving te laten profiteren van de voordelen van zonne-energie. Zowel commerciële bedrijven als maatschappelijke organisaties en al dan niet tegen een (kleine) vergoeding. Voor de meeste postcoderoosprojecten is gelukkig het adagium ‘voor niets gaat de zon op’ van toepassing. De vele goudzoekers kunnen wat mij betreft het dak op.

Jan Willem Zwang

Reacties

Ceriel Jacobs - - 07 maart 2018 15:53

Daarnaast wordt een energiecoöperatie niet aangemerkt als marktpartij in het Nederlandse energie marktmodel. Met als gevolg geen toegang tot het ESDN centraal aansluitingen register (C-AR), en ook geen toegang tot het contract einde register (CER). Met als gevolg dat de coöperatie niet kan vaststellen of het aspirant-lid überhaupt aan de in de wet gesteld eisen voldoet. Hoort de opgegeven EAN code wel bij een kleinverbruik aansluiting. En afgezien van of nu alle energieleverancers wel of niet de regeling verlaagd tarief willen faciliteren, mag vervolgens de coöperatie vervolgens weer een last bij haar leden neerleggen om ook nog eens (dubbel) bij de coöperatie door te geven wat precies de energieleverancier van de aansluiting op welke datum is, terwijl al die gegevens beschikbaar zijn in het CAR (Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker?). En zolang niet alle energieleveranciers de postcoderoosregeling verwerken leidt dit tot overstappen én dat is een belemmering, omdat het aspirant-lid vervolgens niet meteen verteld kan worden tot welke datum zijn huidige energie leveringscontract verloopt. Kort samengevat, energiecoöperaties / vve's dienen als marktpartij te worden erkent met beperkte (geografisch gelimiteerde) toegang tot enkele door ESDN gefaciliteerde registers via een eenvoudigere interface dan ODA's (onafhankelijke diensten aanbieders) dat momenteel doen met o.a. certificaataanvragen bij derde partijen. Bijvoorbeeld een niet-publieke webinterface met persoonsgebonden inlog, gelimiteerd op IP-adres, gelimiteerd tot een reeks postcodes, en limieten aan het aantal opvragingen (gerelateerd aan het aantal aansluitingen binnen de postcodereeksen).

Renda ©2024. All rights reserved.