In maart publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) het rapport Energiecoöperaties: ambities, handelingsperspectief en interactie met de gemeenten. Het is de eerste nationale beleidsstudie over lokale energiecoöperaties in Nederland. In het onderzoek zijn tien coöperaties tegen het licht gehouden. Ook is gekeken naar de samenwerking met de gemeente.
Tekst Anne Marieke Schwencke van AS I-Search en Hans Elzenga van het Planbureau voor de LeefomgevingBegin 2014 telt ons land 110 co?peratiesof stichtingen die zich met duurzameenergie bezig houden, waaronder vijf-tien windco?peraties die al 20 tot 25 jaaractief zijn. Het aantal neemt nog steeds toe: in2013 kwamen er ruim veertig co?peraties bijen waren er twintig tot dertig in oprichting. Alswe de vele wijk- en buurtinitiatieven meetel-len, die op een of andere manier met energiebezig zijn, dan loopt het aantal op naar drie-tot vierhonderd. Het gaat daarbij om collectie-ven waarvoor burgers het initiatief nemen.Daarmee onderscheiden zij zich van de lokaleenergiebedrijven die op initiatief van gemeen-ten, ondernemers of projectontwikkelaarszijn ontstaan. Duidelijk is dat het animo onderburgers om in hun eigen leefomgeving metenergie aan de slag te gaan groot is. Een flinkaantal burgers heeft daar bovendien veel tijdvoor over.Burgerparticipatie en maatschappelijk initia-tief worden op vele manieren aangemoedigden toegejuicht door de overheid. Die wil opdeze manier ruim baan geven voor de ener-gieke samenleving. "Lokale energie heeft detoekomst", schrijft minister Kamp bijvoor-beeld in de `Kamerbrief visie op lokale ener-gie'. "Het kabinet wil deze burgers ondersteu-Energieco?peraties:inlossen vaneen beloftenen. Niet alleen om het gebruik van duurzameenergie te bevorderen, maar ook om hetdraagvlak voor duurzaamheid en energiebe-sparing te vergroten". Het Energieakkoord ende ministeries van I&M en BZK bekrachtigende noodzaak, wens en belofte van actieveburgerbetrokkenheid. Gemeenten hebbenhooggestemde doelen zoals klimaat- of ener-gieneutraliteit in 2020 of 2045 en missen zelfde mankracht en middelen om ze te realise-ren. De burgers hebben ze dus hard nodig; deburger is aan zet.Naarmate dat maatschappelijke initiatief con-cretere vormen begint aan te nemen, blijkt hetallemaal toch minder eenvoudig. De praktijkis namelijk weerbarstig. Co?peraties metplannen voor grotere zonprojecten lopentegen een onzeker fiscaal stimuleringsbeleidaan. Plannen voor een co?peratief windpark,uitgewerkt op verzoek van de gemeente, wor-den afgeblazen na fel protest van medebur-gers. Draagvlak blijft lastig, zelfs met actievemaatschappelijke betrokkenheid. Bovendienkent vrijwilligheid duidelijk grenzen. De vraagis: hoe gaat dit verder?"De financi?le situatie is broos", steldeIn maart publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) hetrapport Energieco?peraties: ambities, handelingsperspectief en interactiemet de gemeenten. Het is de eerste nationale beleidsstudie over lokaleenergieco?peraties in Nederland. In het onderzoek zijn tien co?peratiestegen het licht gehouden. Ook is gekeken naar de samenwerking met degemeente.FotoVestasnr 2 juni 2014 Energie+ 7Michael Boddeke, directeur van energieco?peratie deA, op het Evenement HIEROpgewekt in november 2013. "We zijn eenpaar illusies armer. Het is gewoon heel hardwerken met een paar vrijwilligers. Maar wegaan wel door. Net als bij een marathonvraagt het om een lange adem en flink doorzettingsvermogen."Vrijwillig of betaald?De huidige co?peraties drijven grotendeelsop inzet van vrijwilligers. Om het op de langere termijn vol te houden, zoeken ze allemaalnaar stabiele inkomsten en een redelijk verdienmodel. Winst is geen doel, maar eenredelijke cashflow is op enig moment welnoodzaak om nieuwe projecten te financierenen om mensen professioneel in te kunnenschakelen in grotere projecten. Bovendien,een vergunning is niet in de avonduren nawerktijd te regelen, en een groot projectvraagt om veel tijd, inzet en vaak een langeadem. Vrijwilligersmoeheid ligt dan al snel opde loer. De balans zit tussen vrijwillig enbetaald, met organisatievormen die soms volledig op vrijwilligers draaien maar kunnen uitgroeien tot een (semi)professionele co?peratieve onderneming. Co?peraties zijn actief opde terreinen lokale energieproductie, levering en besparing. Duidelijk is dat de margessmal zijn. Het gaat om een kleine commissievergoeding bij collectieve inkoopacties vanzonnepanelen, verhuur van panelen, of eenvergoeding voor advieswerk en procesbegeleiding bij grotere projecten. In de praktijk isveel project en advieswerk nog onbetaald.De meeste co?peraties willen zelf lokale energie opwekken. Ze beginnen vaak met hetdoorleveren van ingekochte energie. Zo kunnen ze in de opstartfase leden en inkomstenverwerven. Van de 95 nieuwe energieco?peraties hebben er ruim veertig een deal gesloten met een bestaande energieleverancier(met name Greenchoice en Eneco). De co?peratie ontvangt hiervoor een bescheidenbedrag van ongeveer 50 euro per klant perjaar van de leverancier. Dan moet je natuurlijkwel klanten hebben en daar ligt dan vervolgens ook de uitdaging; het loopt in de praktijkniet storm. De ledenwerving vraagt een flinkeinspanning. TexelEnergie is met 3000 klantendaarin een uitzondering. De co?peraties DEUnie en NLD Energie beschikken sinds kortover een eigen leveranciersvergunning. Zekopen direct in op de groothandelsmarkt, wathogere marges oplevert. De winsten sluizenze terug naar aangesloten co?peraties die erlokale productie en projecten mee financieren. Hiermee is een nieuw type ? op co?peratieve leest geschoeide ? energieleverancierontstaan. Dat is uniek in Nederland.De meeste co?peraties zijn druk bezig met hetuitvoeren van zonneprojecten. Met deopbrengsten komt een meer structureleinkomstenstroom op gang. Het gaat hierbijzowel om collectieve inkoopacties voor zonnepanelen op woningen, als om zonnecentrales op grote daken of een stuk grond. Zon opeen eigen dak is zonder meer rendabel en ookmiddelgrote zonprojecten op daken van scholen, het gemeentehuis of een tennishal zijn toteen bepaald verbruik rendabel te maken metde bestaande salderingsregeling. Groterezonprojecten zijn op dit moment alleen rendabel met subsidie, omdat salderen hierbij nietmogelijk is.Businesscase voor zonZonprojecten zijn afhankelijk van fiscale regelingen zoals salderen, vrijstellingen en kortingen. Dit maakt ze kwetsbaar. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de recent opgelaaide discussie overzelfopwekking. Zelf opgewekte stroom opeigen dak en achter de meter is in principe vrijgesteld van energiebelasting. Over zonnestroom die is opgewekt door een derde partijin bijvoorbeeld een ESCo of ontzorgconstructie is nu onzekerheid ontstaan. Het gaat ? zoredeneert minister Kamp van EconomischeZaken ? niet meer om zelfopwekking vooreigen rekening en risico maar om energiebelastingplichtige levering. Dit zou betekenendat de zonnestroom 4 tot 12 eurocent duurderwordt en de businesscase omklapt. Deze fiscale onzekerheid draagt zeker niet bij aan eenstabiel investeringsklimaat. Plannen van co?peraties en projectontwikkelaars voor zonprojecten bij derden blijven nu op de plank liggen.De nieuwe postcoderoosregeling zou vanafjanuari 2014 meer mogelijkheden moetengaan bieden voor collectieve zonprojecten.Met deze regeling komen de omwonenden inaanmerking voor een verlaagd belastingtarief8 Energie+ nr 2 juni 2014als ze een hernieuwbare energieinstallatie inco?peratief of verenigingsverband financieren en beheren. Ze moeten daarvoor in dedirecte omgeving van de zonnecentralewonen, binnen hetzelfde of een aangrenzendviercijferig postcodegebied (`de postcoderoos'). DE Ramplaan, een Haarlemse burgerinitiatief, is in februari als eerste gestart meteen voorinschrijving voor buurtbewoners. Zewillen ongeveer 1500 panelen plaatsen op eentennishal. Ook in Eindhoven heeft MorgenGroeneEnergie een inschrijving geopend. Hierzijn de panelen al geplaatst en staat degemeente garant. Elders wordt nog driftiggerekend aan de haalbaarheid. Er lijkt voldoende animo te bestaan onder omwonenden. Het idee van een collectieve zonnecentrale in de eigen omgeving spreekt een breedpubliek aan. Toch is het de vraag of het echtgaat vliegen. De regeling is complex, de businesscase blijft mager en er zijn nog veel openvragen, ook in Haarlem en Eindhoven.Grotere zonprojecten (groter dan 15 kW)komen in aanmerking voor subsidie uit deSDE+. Collectieve projecten kunnen hier ookgebruik van maken. Deze regeling wordt echter gefaseerd geopend waardoor het onzekeris of er in de laatste fase, met de meest interessante subsidie van bijna 15 eurocent perkWh, nog voldoende budget over is.Draagvlak voor windWindprojecten zijn interessant: er is relatiefweinig subsidie nodig en de opbrengst ? ingeld en hernieuwbare elektriciteit ? is hoog.Het zet zoden aan de dijk. Een aantal van deco?peraties waagt zich ook aan wind. Sommigen doen dat al ruim twintig jaar en daar ligtdan ook veel ervaring om projecten in co?peratief verband te ontwikkelen. De windco?peraties nemen inmiddels 85 tot 95 MW, ofwel 4procent van de windenergieproductie op landvoor hun rekening. Windprojecten zijn echterook complex en vragen om veel expertise, tijden inzet. De doorlooptijden zijn lang (813jaar). Er moeten flinke kosten gemaakt worden voor onderzoeken, inspraakproceduresen mogelijk ook voor rechtszaken. Vaak wordtdaarom nauw samengewerkt met windprojectontwikkelaars of energiebedrijven.De grootste uitdaging is echter het lokaledraagvlak. Ook als co?peraties actief betrokken zijn en als omwonenden meedelen in debaten, krijgt een project onherroepelijk metbezwaren van omwonenden te maken. InUtrecht heeft energieco?peratie EnergieU opverzoek van de gemeente een windplan vooreen industrieterrein ontwikkeld. Fel verzetvan omwonenden zorgde dat de gemeenteraad haar stilzwijgende steun uiteindelijktoch introk. Toen waren er al heel wat onbetaalde uren in gaan zitten en had de co?peratie veel tegenwind over zich heen gekregen.Bij een ander project in Houten was het verzetook groot, maar is het project toch gerealiseerd. De expliciete steun van de gemeenteraad heeft hier mogelijk het verschil gemaakt.Hoe dan ook is er een grote kans dat een project niet doorgaat. Waar een deel van debevolking kansen ziet, ziet een ander deel hetvolstrekt niet zitten. Een aantal co?peratieswaagt zich dus maar helemaal niet aan dezepotenti?le splijtzwam.Trekken aan energiebesparingHet verleiden van particuliere woningeigenaren tot het deelnemen aan energiebesparingsacties vereist een minder dikke huid danwindenergie, maar vraagt eveneens om groteinzet. Bewoners kunnen allerlei redenen hebben waarom ze geen energiebesparendemaatregelen willen treffen, en co?peratiesmoeten dan ook met een goed aanbod komenom ze over de streep te trekken. Dat aanbodzal eerst met marktpartijen moeten wordenuitonderhandeld. Een aantal onderzochteco?peraties heeft laten zien dat het met eengerichte benadering van bewoners mogelijk isom geslaagde besparingsacties uit te voeren.Helaas leiden deze acties dan niet automatisch tot een sneeuwbaleffect in andere straten of wijken. Een co?peratie die meters wilmaken met energiebesparing, moet dusbereid zijn om telkens opnieuw een groteinspanning te leveren. Hier ligt dan vrijwilligersmoeheid op de loer.GemeentenGemeenten kunnen een belangrijke rol spelenin het faciliteren en ondersteunen van deenergieco?peraties. Co?peraties dragen bijaan de realisatie van ambitieuze klimaat enenergiedoelen en gemeenten hebben de energieke burgers nodig. Het ontbreekt ze zelf aande mankracht en middelen. In de praktijk werken beide partijen dan ook nauw samen. Hetis daarbij nog wel zoeken naar de juiste balansen vorm. Een andere rol van de burger, vraagtom een andere rol van de gemeente. Beidepartijen zitten soms in een wat ongemakkelijke spagaat. Gemeenten willen de samenleving hun eigen gang laten gaan en dus nietteveel sturen, maar ze willen ook hun energiedoelstellingen halen op hun eigen manier.Soms lopen initiatieven op de troepen vooruit, vindt een in het onderzoek ondervraagdegemeente. "De gemeente is een politiekgestuurde organisatie, wij kunnen soms nietzo hard als de lokale initiatiefnemers willen."Een andere gemeente vindt juist dat er weleen tandje bij kan. "We willen dat het vanonderaf komt, maar het werkt ook niet ommaar af te wachten tot er wat gebeurt. Wijhebben ook onze doelen!" Deze ambtenaarwil de burgers graag betrekken bij wat grotereprojecten, want dat zet tenminste zoden aande dijk, maar hij mist dan weer de middelenom daar een redelijke vergoeding tegenoverte stellen. Voor een co?peratie is dat lastig,want ga je daar dan toch in mee? Het risico isdat een co?peratie zo een goedkoop ? wantdeels vrijwillig ? uitvoeringsorgaan wordt vande gemeente.Opvallend is dat er vrijwel geen subsidies verstrekt worden, op kleine startsubsidies na.Gemeenten faciliteren met vergaderruimte enFotoRobinBergnr 2 juni 2014 Energie+ 9stellen communicatiekanalen ter beschikking.Co?peraties geven zelf de voorkeur aanbetaalde opdrachten, een gunstige lening ofgarantstelling. Zo heeft de gemeente Groningen een substanti?le lening verstrekt aanGrunneger Power om de energieleveringvorm te geven, wordt deA uit Apeldoornbetaald om huiskamersessies rond energiebesparing te organiseren en onderhoudenenergieco?peraties in Deventer en Arnhemeen energieloket voor de gemeenten.Gemeenten zijn gebonden aan aanbestedingsregels. Dat maakt de opdrachtverleningsoms lastig, want een gemeente moet `objectief, transparant en nondiscriminatoir' handelen, vertelt een van de ambtenaren. Boveneen bepaalde aanbestedingsgrens moetenco?peraties concurreren met commerci?leaanbieders.Voor gemeenten is de lokale energieproductie vooral een ruimtelijke ordeningsvraagstuk. Ze zien meestal voor zichzelf geenactieve rol meer in energieproductie en ?levering. De aandelen NUON en Essent zijnimmers nog niet zo lang geleden verkocht.Het gaat dus vooral om de ruimtelijke inpassing van zon en windprojecten in de omgeving. De gemeente is kaderstellend en verantwoordelijk voor een zorgvuldige afwegingvan belangen volgens de participatie eninspraakprocedures. Dit wordt soms als lastig ervaren door de co?peraties. Er zit flinkwat taaiheid in het ambtelijke apparaat vangemeenten. Zo kan de afdeling Vastgoed ofWelstand een zonproject afwijzen terwijl deafdeling Duurzaamheid het juist aanmoedigt.Burger als projectontwikkelaarHet wordt interessant als een burgerco?peratie de rol van projectontwikkelaar oppakt. Voorde gemeente maakt het formeel gezien niet uitof een commerci?le marktpartij of burgers eenenergieproject oppakken. Maar de gemeenteheeft te maken met maatschappelijk betrokken burgers die zich gedeeltelijk vrijwilliginzetten voor hun eigen stad. Ze juichen dattoe, de burger is immers aan zet. Is een anderehouding van de gemeente dan gerechtvaardigd? Dat is een lastige vraag waar het antwoord nog op gevonden moeten worden.Op dit punt blijkt ook de nodige verwarringover de beeldvorming te ontstaan: Wat zijnburgerinitiatieven nu eigenlijk? Zijn het vrijwilligersorganisaties die zich belangeloosinzetten voor de stad of zijn het commerci?lemarktpartijen die uit zijn op eigen gewin? Hetlijkt soms alsof professionaliteit, vrijwilligheid en een inzet voor een algemeen belangniet samen gaan. Monique Sweep, directeurvan Deltawind, verwoordt dat mooi. "Een burgerinitiatief is in hun ogen geitenwollensokken, vrijwillig, allemaal net niet haalbaar, terwijl wij gewoon een geslaagd commercieelproject zijn. Maar we zijn wel een burgerinitiatief. Dat krijg je bij een hele hoop mensenmaar lastig op het netvlies." Energieco?peraties lijken in die zin op de `sociale of maatschappelijke ondernemingen' waar ondernemerschap, winst en een maatschappelijkdoelstelling hand in hand gaan. Het vraagtduidelijk om een andere verhouding tussenoverheid, markt en samenleving.Hoe verder?We zien dat de hooggespannen verwachtingen rond energieco?peraties om verschillende redenen nog niet worden ingelost. Activiteiten die in beginsel binnen hun bereikliggen, zijn moeizaam rendabel te maken(zon), kunnen rekenen op fel verzet (wind), ofzijn alleen met veel trekken en sleuren te realiseren (energiebesparing). Bovendien kunnenze vaak alleen met veel vrijwillige inzet gerealiseerd worden, en dat loopt duidelijk tegengrenzen aan. Er moet op enig moment geldtegenover staan, anders is het op de langeretermijn niet vol te houden. Het handelingsperspectief is door deze factoren vrij beperkt.Gemeenten kunnen co?peraties financieelondersteunen. Niet zozeer met subsidies,want daar zitten de co?peraties eigenlijk nietop te wachten. Maar ze kunnen wel opdrachten verstrekken en zachte leningen gevenvoor projecten die bijdragen aan de realisatiegemeentelijke doelen. Dit geldt bijvoorbeeldvoor energiebesparing. Maar het kunnen ooksociale doelen zijn, zoals versterking van deeconomie, werkgelegenheid en leefbaarheid.Gemeenten lopen nu vaak tegen aanbestedingsregels aan. Hier kunnen de ervaringenmet maatschappelijk aanbesteden in de zorgen welzijnsector aanknopingspunten bieden.Het zou slim zijn als gemeenten een visie vormen over de rol die co?peraties in het lokaleenergie en klimaatbeleid kunnen spelen, ende wijze waarop ze dit financieel kunnenondersteunen.Voor grotere zonprojecten zijn de stimuleringsregelingen een beperkende factor. Zebieden onvoldoende ruimte om projectengoed van de grond te krijgen. De sleutel voorverbetering ligt bij het Rijk. Want, hoe je hetook wendt of keert, hernieuwbare stroom isvoorlopig nog duurder dan gewone stroom endat geldt vooral voor zonneenergie. Stimuleringsmaatregelen zijn dus cruciaal. Er is hoopbij de overheid dat de postcoderoos diegewenste ruimte gaat bieden, maar er zijntwijfels of collectieve projecten hier echt verder mee komen. Het zou goed zijn als de regeling op korte termijn wordt ge?valueerd, en zonodig wordt verruimd en versimpeld. BelangFotoTomaszPoszwaEnergiebesparingsprojecten vragen veel inspanning van vrijwilligers.10 Energie+ nr 2 juni 2014rijker is dat een meer ge?ntegreerde visie opstimulering van zon ontwikkeld wordt. Ditvraagt om heldere politieke keuzes over hetgewenste aandeel zonnestroom in de hernieuwbare energiemix en wat dat aangemeenschapsgeld mag kosten.Voor windprojecten is maatschappelijk draagvlak het belangrijkste knelpunt. Hier liggenduidelijk kansen voor een co?peratieve enparticipatieve aanpak. In diverse regio's werken de co?peraties dan ook actief samen metde gemeenten en provincie. Ze zetten daarbijin op het binnen de gemeenschap houden vande windbaten, bijvoorbeeld door financi?leparticipatie, medeeigenaarschap, actievebetrokkenheid bij het ontwerp of met eenwindfonds voor de gemeenschap voor bijvoorbeeld een buurthuis of voetbalvereniging. In NoordBrabant noemen ze dat `Sociaal levende wind', in de Stedendriehoek`Frisse wind'. Deze participatieve aanpakwordt door het kabinet en het Energieakkoordsterk aangemoedigd. De overheid zou er goedaan doen de samenwerking met de co?peraties te verstevigen. De race is hiermee nogniet gelopen, want ook bij een co?peratieveaanpak blijft draagvlak lastig. We zien dat deinteractie met de gemeente van groot belangis in dit proces, zeker als co?peraties eenactieve rol als projectontwikkelaar op zichnemen. Het is daarin bijvoorbeeld belangrijkdat het college en de gemeenteraad zich opmeerdere momenten duidelijk uitsprekenover hun eigen commitment. Als dat er is,moet een gemeente ook steviger naast deontwikkelaar gaan staan, ook als er tegenstand ontstaat. Als een project vervolgenstoch niet doorgaat, moet een co?peratie indat geval worden gecompenseerd voor devoorbereidingskosten. Zolang de gemeentedit als een normaal ondernemersrisico ziet, isde kans niet groot dat burgers zich in de toekomst nog actief ? als medeontwikkelaars ?aan een lokaal windproject willen verbinden."De situatie is nu broos", zei een van de co?peratiebestuurders in het onderzoek. Successen zijn nodig om de vaart erin te houden,anders bestaat het risico dat de burgerenergie langzaam wegstroomt. Dat zou eengemiste kans zijn. De overheid heeft de burgers nodig om de ambitieuze doelen te halen.DegemeentenenhetRijkkunnener?nogmeerdanzenudoen?aanbijdragendatdeopkomstvanenergieco?peratieseninitiatieveneenechtenblijvendsuccesverhaalwordt.Nietalleendeburger,maarookdeoverheidisaanzet.FotoIBCSolarnr 2 juni 2014 Energie+ 11
Reacties