De kapitaalmarkt zal pas willen investeren in Gelderse projecten als er vertrouwen bestaat dat de provincie zich voor meerdere jaren verbindt aan een opgave. Mede daarom spreekt het college over lange-termijninvesteringen. Van de 210 miljoen is het grootste deel revolverend. Het is met andere woorden de bedoeling dat het geld ook weer terugvloeit naar de provinciekas, om daarna weer opnieuw ingezet te kunnen worden. Een kleiner deel, 10 miljoen, is subsidie.
Later dit jaar zal het college een uitgewerkt voorstel aan Provinciale Staten voorleggen.
Gedeputeerde Jan Markink vindt dit een goed voorbeeld van de Gelderse werkwijze: ‘We zetten het doel, de opgave, centraal en zoeken daarbij partners die een goede rol kunnen en soms ook moeten spelen. We bieden hen wat en we vragen ook hun inzet. Alleen op die manier kunnen we Gelderland ook in de toekomst sterk houden.”

De provincie zet zich met deze stap nog nadrukkelijker op de kaart als een provincie die in de toekomst investeert. Nog vorige week riep Gelderland, samen met Overijssel, het rijk op vooral te investeren in de toekomst en de technologie die daarbij hoort, zoals kunstmatige intelligentie (AI) en medische technologie. In beide staan deze provincies landelijk aan de top.
En in de aanpak van de COVID-crisis zet Gelderland vooral in op die sectoren die ook in de toekomst van groot belang zijn. Daarvoor heeft de provincie tot nu toe 60 miljoen vrijgemaakt.