De centrale, van het bedrijf Flamco, was een initiatief van de private partij BeGreen. Deze energieleverancier neemt alle investeringen (4,5 miljoen euro) voor zijn rekening, exploiteert het netwerk en garandeert een lage energieprijs die maximaal kan oplopen tot de prijs van gas.

“Zwolle wil in de toekomst niet meer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Er wordt geschat dat de gasbel in Slochteren nog zo’n vijftien jaar mee kan. Een nieuwe wijk moet meer dan een eeuw meegaan, daarom hebben we gekozen voor andere vormen van energie”, volgens wethouder Erik Dannenberg, wethouder voor Wonen in Zwolle, in een interview met NRC Handelsblad.

Warmtelevering door verbranding van houtsnippers is een beproefde techniek in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Scandinavië. Zwolle is de eerste Nederlandse stad die grootschalig inzet op deze manier van warmtevoorziening. In een vierkant ketelhuis in Breecamp-Oost staan twee houtketels die samen 1,5 MW vermogen kunnen leveren. Daaronder bevindt zich een bunker met 150 m³ houtsnippers, afkomstig van regionaal snoeiafval. Bomen onttrekken CO2 uit de lucht om te groeien en dezelfde hoeveelheid CO2 belandt weer in de lucht als het hout vergaat of wordt verbrand.

De houtsnippers verplaatsen zich via een volautomatische hydraulische schuif naar de oven, waar ze worden verbrand bij een temperatuur tussen de 600 en 850°C. Koolstofverbindingen zetten zich bij die temperaturen volledig om in CO2 en water. Het water wordt opgevangen in twee buffervaten en de verbrandingsgassen worden gefilterd door een multicycloon en een elektrostatische filter. De toegevoegde zuurstof in de installatie zorgt ervoor dat het hout volledig verbrandt, zodat de belasting voor het milieu tot een minimum wordt beperkt. Net als bij een centrale verwarming stroomt water van 75°C via ondergrondse leidingen naar de aangesloten gebouwen. Het afgekoelde water stroom weer terug via de retourleidingen.