Energie?
Niks voor mij.
Ik kom uit de culturele hoek. Energie, ook duurzame energie, leek me technisch en koud. Totdat mijn buurvrouw me vroeg om foto's te maken tijdens de oprichting van onze buurt-energiecoöperatie Zuiderlicht. Vrijwel alles wat ik doe staat nu in het teken van energie en transitie, maar dat begon niet met idealen. Ik hielp de buurvrouw, en het buurtinitiatief.
Ik ben niet de enige. De meeste hebben niets met energie. Of met transitie. Zeker als je geen werk hebt, en geen idee wat er aan het einde van de maand op tafel staat, dan heb je wel wat anders aan je hoofd.
Straten moeten open, onze huizen moeten we isoleren. Dat is een hoop gedoe, en veel werk. Duurzame aannemers en installateurs hebben het vaak al te druk. Dat geldt ook voor lokale energiecoöperaties. De grote experimenteerfase is achter de rug. Ze ontwikkelden nieuwe modellen voor bijvoorbeeld zonnepanelen op buurtdaken. Nu ze weten hoe dat moet willen ze meters maken en komen ze handen tekort.
En dat is goed nieuws, vooral in steden en wijken waar veel mensen graag aan het werk zouden gaan. In Amsterdam was de werkeloosheid al hoog vóór Corona. De afgelopen maanden steeg die werkeloosheid daar met 50% ten opzichte van 2019: 30.000 Amsterdammers zoeken een baan.
Soms vraagt dat om een extra opleiding, van bijvoorbeeld van een ROC. Steeds vaker kun je ook delen in de kennis van een buurtinitiatief. Zo start Energiecoöperatie Zuiderlicht binnenkort een cursus projectontwikkeling, en biedt Ted Zwietering, bewoner van het WG-terrein een cursus aan over hoe je je wijk kunt verwarmen met water uit de gracht. Het projectplan van het WG-terrein kun je overal in Amsterdam toepassen, zegt Zwietering. Hij biedt aan om twee keer per jaar, drie keer drie uur aan bewoners van andere wijken kennis en ervaringen over te dragen.
Ja, beaamt Hans Krikke. Krikke is directeur van Ru Paré Community, in Nieuw West, een stadsdeel waar de werkeloosheid 13% is, tegen 3% landelijk. Kunst, cultuur, onderwijs en duurzaamheid linkt hij al jaren aan armoedebestrijding en banencreatie. Want, die versterken elkaar. En van het één komt het ander, niet via instanties, maar via iemand uit je eigen omgeving, je straat, je cultuur, of je geloofsgemeenschap.
Krikke noemt dat de kracht van nabijheid . ‘Hoe nabijer, hoe meer mede-eigenaarschap, en des te meer we van elkaars netwerken, expertises en commitment gebruik kunnen maken.’ Ik vertaal het even naar mezelf: voor mijn buurvrouw wilde ik wel foto’s maken. Voor mijn buurt heb ik wat over, en nu praat ik over Zuiderlicht of ik het zelf verzonnen heb.
Als buurman ben je geen klant, of cliënt, zegt Krikke: ‘Je bent mede-architect, bouwer en onderhouder van de voorziening. Wil je dat niet? Dan ga je maar naar een ander loketje.’ En, in Ru Paré ‘ben je welkom, ongeacht je geschiedenis, sekse, leeftijd, fysieke en mentale gezondheid. Ook als je in de gevangenis hebt gezeten. Dat vérgt iets. Dat vergt dat je over je eigen belangetjes, je eigen normen en waarden heen kunt stappen. Dat je de kracht van een ander leert te zien, leert te waarderen en leert te benutten.’ Daar krijg je iets voor terug, aldus Krikke: ‘Je leert misschien wel meer van de ander dan de ander van jou kan leren.’
De ervaring die Krikke opdeed komt goed van pas in het volgende buurtproject: Samen aan de Slag. De coöperatie in wording bouwt voort op wat er al is en zet samen met de bestaande gemeenschappen vol in op banencreatie. De ambitie is om vóór 1 april 2021: 50 mensen aan het werk te hebben: onder andere in de energietransitie.
Zeker. Maar, zegt projectleider Jasper Klapwijk: ‘bewoners kunnen met elkaar iets, wat het UWV niet kan.’ Ze gaan bijvoorbeeld niet uit van een CV, ‘want daar staat op wat ze deden, niet wie ze zijn, en waar ze warm voor lopen’, aldus Klapwijk. ‘Aan werkgevers vragen we, wat moet iemand kunnen? Dat is iets anders dan een hbo denkniveau.’
Er zijn meer verschillen. Het UWV maakt mensen bijvoorbeeld eerst werk-fit. ‘Dat is een fout’, zegt Klapwijk, ‘werk maakt je werk-fit.’ Dus ga je meteen aan het werk, maar je krijgt wel vanaf het begin tot einde begeleiding.
Klapwijk benadrukt dat het om een samenwerking gaat, tussen het UWV en het wijkinitiatief. ‘De gemeente en het UWV zijn onze belangrijkste partners’.
Welnee. De energietransitie vraagt om véél meer dan installaties. Om maar iets te noemen, één van de meest effectieve manieren om warmte vast te houden zijn bijvoorbeeld isolerende gordijnen. In Zuidoost zijn het vrouwen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, die die gordijnen voor je maken. Als prijsindicatie geven ze je eigen uurtarief.
Het is slechts één van de initiatieven van De Groene Hub: de sociale, duurzame doe- en leergemeenschap uit de koker van Anne Stijkel. Ook Stijkel linkt de energietransitie aan banen. Bewoners werken daar bijvoorbeeld aan een professionele inzameling van groente, fruit en etensresten (GFE) voor de productie van groengas. Anderen zijn in de groene Hub opgeleid tot kwartiermakers, om in de wijk adviezen te geven voor eenvoudige energiebesparing.
Een ander voorbeeld is Johnson Adeniyi Adesida. Hij komt uit Nigeria en is sinds 1995 in Nederland: hij spreekt Broken English, en was niet aangesloten bij werkend Nederland. Maar, hij greep alle kansen die de Groene Hub hem bood. Die Groene Hub houdt hij nu op orde. Hij filmt en fotografeert. Waar droomde hij nog meer van? Ooit maakt hij voor Salto een radioprogramma. De Groene Hub koppelde hem aan Radio Mart (Multiculturele Amsterdamse Radio en Televisie). Daar verzorgt hij nu een wekelijks twee uur durende radioprogramma: 9JA Radio, spreek uit: ‘Nai-djah’ (Nigeria). Vast onderdeel is de duurzame rubriek: Message from the Green Hub.
Stijkel: ‘Het initiatief moet komen van mensen uit de buurt, die zeggen: wij gaan het doen. Dan committeer je je daaraan.’ En: ‘de banen die je met duurzaamheid creëert moeten passen bij de mogelijkheden van de bewoners. Dat gaat nog wel eens fout als het van bovenaf komt.’
In Zuidoost ligt een plan om aardgas te vervangen door lokaal geproduceerd groengas. In Nieuw-West kraakten bewoners de Sloterplas – als warmtebron voor woningen in Nieuw-West. In beide projecten zijn bewoners mede-architecten, mede-eigenaren en mede-werkers.
Dat mes snijdt straks aan twee kanten. Jurgen van der Heijden van Energiecoöperatie Westerlicht voorspelt dat wie werk vindt in de energietransitie straks de beste ambassadeur is. ‘Veel mensen zijn moeilijk te bereiken, maar als iemand uit je omgeving werk vindt in de energietransitie, dan heb je het erover.’
Veel mensen hebben niets met energie. Of met transitie. Maar als je neef er straks zijn boterham mee verdient, heb je er ineens wél wat mee.
Dat lukt niet als je van bovenaf een plan krijgt opgelegd. Dus, laten we samen, in onze eigen buurten, werk maken van energietransitie.
Lees ook: Een eigen warmteplan voor je buurt: hoe gek moet je zijn?
Ik schreef dit blog in opdracht van 02025, en naar aanleiding van het 134ste Energieontbijt van 02025 in Ru Paré.
Reacties