De belangrijkste les uit de stadsvernieuwingsperiode is dat het fysiek ingrijpen in woningen en woonomgeving alleen maar lukt als vanaf de eerste stap het perspectief van de bewoners leidend is in het proces. Investeren in actieve participatie, variërend van inspraak, medezeggenschap tot mede-eigenaarschap lijkt een lange weg, maar is onontkoombaar om tot een goed resultaat te komen. Net als bij de stadsvernieuwing, krijgt de energietransitie vorm in de wijkgerichte aanpak.
In Nederland gaat het om ruim 13.000 buurten en dorpen (indeling CBS), waarbij elke buurt weer volkomen anders is. Het zoeken naar blauwdrukken voor zo’n wijkgerichte aanpak is zinloos. Wel zijn er werkzame principes aan te wijzen, zoals beginnen vanuit de belevingswereld van de mensen in de wijk. Wat bindt mensen aan hun buurt, waarom wonen ze er graag en hoe kunnen we gemeenschappen versterken? Bouwen aan draagvlak voor verduurzaming begint met het versterken van lokale gemeenschappen en het oppakken van sociale vraagstukken in de buurt. Net als in de stadsvernieuwing kan de energietransitie werken als hefboom om buurten te revitaliseren.
Paul Vlaar (1952)
Werkte in de periode 1970-1990 als opbouwwerker in stadsvernieuwingswijken van Leeuwarden, Groningen en Nijmegen. Daarna was hij expert professionalisering van sociale beroepen bij het Nederdands Instituut voor Zorg en Welzijn (later Movisie) en publiceerde hij beroepsprofielen (o.a. opbouwwerk) en over integrale wijkaanpak. Sinds zijn pensionering is hij actief in zijn eigen wijk in Arnhem met het ontwikkelen van een wijkenergiecoöperatie en is hij landelijk een van de aanjagers voor Energie Opbouwwerk bij #Krachtproef.
Ga hier terug naar de aanmeldpagina
Lees hier het artikel n.a.v. de masterclass van Paul Vlaar met daarin de meest gestelde vragen