Mogelijk is de huidige epc-verlaging, van 0,8 naar 0,6, een stimulans voor een besparingsrevolutie in de woningbouw. Eind vorig jaar was er een flinke toename van het aantal bouwaanvragen; ontwikkelaars wilden nog snel voor het einde van het jaar een bouwaanvraag indienen. Daarna zouden ze worden geconfronteerd met een strenge eis voor de energieprestatie van de woning.

De vraag is of de verlaging van de epc wel zo’n grote impact heeft op de woningbouw. “Aannemers hoeven de manier van bouwen niet radicaal om te gooien door de strengere eis,” aldus Harm Valk. “Maar ik moet daar meteen bij aangeven: de mate van ingrepen die je nodig hebt verschilt enorm per bouwwerk. Bij een Vinex-tussenwoning of een standaard tweekapper is met wat relatief simpele maatregelen de epc al omlaag te krijgen. Dat wordt natuurlijk anders als je praat over een vrijstaande woning met vijf erkers en zes dakkapellen. Het prettige is dat ontwikkelaars nu nog een keuze hebben. Als ze geen dikke thermische schil willen, is de norm gemakkelijk te halen met betere detaillering of installaties als een zonneboiler en douchewarmteterugwinning.”

Dat wordt anders bij de volgende verlaging in 2015, als de eis naar 0,4 gaat. Over de vraag hoe een woning er dan uit moet gaan zien, wil Valk niet speculeren. “Dat heeft ook geen enkele zin, want tegen die tijd wordt met een andere norm gerekend. Dan wordt de pure focus op de bebouwde kavel verlaten, en kunnen ook energiebesparende maatregelen in de omgeving worden meegerekend.”