Belangrijke spelers op de windenergiemarkt denken dat windenergie op zee binnen 15 jaar rendabel kan zijn. Dat blijkt uit het onderzoek Offshore Proof van PriceWaterhouseCooppers (PwC). De afgelopen jaren nam de Europese capaciteit van windenergie op zee sterk toe: van 1500 MW in 2008 tot 3000 MW in 2010. Nederland neemt hierin een kleine tien procent voor haar rekening.
Als Nederland mee wil doen op het gebied van windenergie, moet er een flinke inhaalslag gemaakt worden, denkt Paul Nilesen van PwC. “De Nederlandse overheid is duidelijk: de goedkoopste technologie wint. De uitdaging voor de offshore-windsector is te laten zien dat ze op termijn kunnen concurreren met andere duurzame energiebronnen.” Op termijn moet windenergie op zee voor ongeveer twaalf procent gaan bijdragen aan de totale elektriciteitsproductie in de EU. Voordat het zover is, moeten een aantal uitdagingen op technisch, logistiek, financieel en beleidsvlak worden overwonnen. De overheid kan hierin volgens het rapport een belangrijke rol in spelen door vergunningen te verlenen, infrastructuur aan te leggen en kennis beschikbaar te stellen.
De afgelopen jaren is volgens hem duidelijk geworden dat ons omringende landen steviger inzetten op windenergie op zee. “Als een partij zijn focus heeft gelegd op een buurland en daar heeft geïnvesteerd in kennis en capaciteit, wordt het moeilijk om die partij in een later stadium weer naar Nederland te lokken”, aldus Nillesen.
.jpg "Energie+")
Reacties